Geen water bij de wijn

Uitstellen is niets voor mij. Als ik iets voor me zie en wil, gebruik ik anderen meestal als springplank. Zodra zij weten wat ik me heb voorgenomen, is de stap naar echt doen al dichterbij. De eerste poging volgt haast vanzelf.

Maar niets gaat áltijd op. Op één front ben ik een uitsteller, een struisvogel, een fluimer: Confrontaties.

Doodeng. Als er iets tussen de ander en mij klem zit, gaat m’n mond op slot. Hoop ik op een flits vanuit het universum waardoor het zichzelf oplost. Verstijf ik. Laat ik de ruis zegevieren en nestelt zich een onbehagelijk gevoel in mijn lijf.

Ik zie soms met ingehouden adem toe met welk vuur een aantal vrienden dat wél durven. Dan lijkt de hel los te barsten, brult een leeuw en wordt er afgegrensd en opgeruimd wat eerder niet klopte. Dat lucht op den duur altijd op, voor iedereen.

Het schijnt dat ik als kleintje van 3 af en toe een enorme driftbui had. Mijn hoofd onder de koude kraan wilde wel eens helpen. Misschien heb ik al mijn drift er toen al uitgeleefd, wie weet…

Inmiddels is de langste dag van het jaar nabij en viert onze energie haar hoogtepunt. Dit is niet alleen een waanzinnige tijd om je ideeën de wereld in te brengen; het is vooral ook (eerst) tijd om korte metten te maken met wat niet meer werkt. Om zorgvuldig na te gaan in welke relaties en situaties geen leven meer zit en welke dus eigenlijk in verval zijn. Waar we water bij de wijn van de waarheid hebben gedaan.

Ga de confrontatie aan, wees bereid afscheid te nemen van hoe het was. Zo maken we onze geest weer vrij, zijn we weer voluit aanwezig in de wereld en kunnen nieuwe creatieve impulsen opkomen.

Ik schrijf dit voor jou én mijzelf:

Maak slapende honden wakker; ideeën zullen volgen.

Salut,

Anne

“Dan lijkt de hel los te barsten, brult een leeuw en wordt er afgegrensd en opgeruimd wat eerder niet klopte. Dat lucht op den duur altijd op, voor iedereen.”

 
Vorige
Vorige

Stilstaan of springen?

Volgende
Volgende

Met eigen handen